Auteur: Ellen Deckwitz
Titel: Olijven moet je leren lezen
Genre: Poëzie, non-fictie
Taal: Nederlands
Jaar: 2016
Uitgeverij: Atlas Contact
ISBN: 9789045031347
Aantal pagina’s: 160
Gelezen: Juli 2016
♥♥♥
Ik wil uitgeverij Atlas Contact bedanken voor dit recensie exemplaar!
Omslagtekst
Honderdduizenden Nederlanders schrijven gedichten. Maar wie leest ze? Ellen Deckwitz gelooft dat we wel willen maar niet kunnen. Het uitgeklede literatuuronderwijs heeft ons nooit geleerd hoe we een gedicht moeten lezen. En dus denken bijvoorbeeld we dat een gedicht alles mag betekenen. Of dat songteksten altijd poëzie zijn, terwijl de meeste weinig meer doen dan het alledaagse heden herkauwen.
Tijd om dat te veranderen. Poëzie is zo veel meer dan we denken: ze kan tegelijkertijd grappig én schrijnend zijn, ontroerend en ontluisterend. Acht regels kunnen de impact hebben van een natuurdocumentaire en actiefilm in één.
Recensie
Ik vind Ellen Deckwitz best leuk. Ik heb haar al meerdere keren zien poetry slammen en daar is ze heel erg goed in. Toen ik van Cathelijne (not just any book) een mail kreeg met de vraag of ik dit boek wilde recenseren, kon ik daar dan ook geen nee tegen zeggen.
Ik vind het een leuk boekje. Het is fijn geschreven en geeft een goede uitleg van poëzie analyse. Ik vroeg me af of een dichter als Ellen Deckwitz op een andere manier naar poëzie zou kijken, dan de professoren op de uni. Ik heb namelijk al best wel veel poëzieanalyse gedaan en ik was nieuwsgierig naar het oogpunt van een dichter. Ze komen echter redelijk overeen.
Wat Deckwitz doet, is uitleggen wat poëzie nou precies is en waarom het in elkaar zit zoals het in elkaar zit. Waarom zijn er witregels, wat zijn metaforen en wat bedoelt de auteur nu eigenlijk? Dit alles illustreert ze met prachtige tekeningen van Jenna Arts en met diverse gedichten.
Alles is fijn en gemakkelijk uitgelegd en leest een stuk fijner dan saaie theorieboeken.
“Dichten is met taal om zaken heen cirkelen die zich niet eerder in taal lieten vangen” – Deckwitz, 16
Wat ik wel een enorm minpunt aan het boek vind, is de aandacht die de auteur naar zichzelf toe trekt. Niet alleen legt ze uit wat poëzie is, maar ook wil ze zichzelf graag in een goed daglicht zetten. Ze zegt in het boek dingen als “Ik zei dat in accentloos Engels”, en begint een hoofdstuk vaak met een anekdote waarin iemand ogenschijnlijk dommer is dan Ellen. Zoals “Iemand zei laatst: ‘Eigenlijk is alle poëzie mooi.’ Ik gaf hem meteen een klap.” (117) en
“Familiefeestje, oom Karel: ‘Zeg Ellen, nog even over poëzie, wat is nou eigenlijk-‘ ik, juichend: ‘Het nut, oom Karel? Fantastische vraag,’ (Oom Karel, zacht tegensputterend: ‘Maar dat is helemaal niet wat ik -‘) ‘wat dapper van je om hem te stellen, je komt toch snel over als een cultuurbarbaar wanneer je vraagt naar het nut van kunst!’ (belerend geknik van de hele familie naar een inmiddels ineengeschrompelde oom Karel).” (111)
Als ik oom Karel was, zou ik haar niet meer uitnodigen op familiefeestjes. In ieder geval, ik begrijp hier dat ze grappig probeert te doen, maar het werkt niet. Het is eerder betweterig en vervelend en dat heeft het boek helemaal niet nodig. Zonde. Bovendien haalt het de functie van het boekje onderuit. Poëzie is een deel van de hogere cultuur en met dit boek probeert Ellen het simpeler en toegankelijker te maken. Maar door opmerkingen als bovenstaande lijkt het toch echt alsof ze boven de mensen staat die poëzie niet begrijpen. Zo van, ‘jij begrijpt poëzie niet, dus je bent dom’.
Ook doet ze denigrerend over andere dichters. Zo zegt ze bijvoorbeeld: “als je de gedichten van Harold Pinter leest, voel je soms een orgaan knappen van ellende”. (117). Beetje grof, vinden jullie niet? Ik ben de gedichten gaan opzoeken, en ze zijn inderdaad niet allemaal even prachtig, maar iets minder denigrerend mag wel.
Goed, concluderend geef ik het boek drie sterren. Het is een fijne bespreking van poëzie analyse, het leest lekker en vlot en het wordt aangevuld met prachtige tekeningen en gedichten (overigens worden wel alle gedichten naar het Nederlands vertaald, en dat vind ik zonde. Dit is een punt waarop ik het niet eens ben met de auteur. Ik ben van mening dat je poëzie niet kunt vertalen. Hier kan ik later nog wel een blogje over schrijven, als jullie dat leuk vinden).
Het boekje verliest helaas punten door de aanwezigheid van de auteur. Ze is te negatief tegenover andere dichters, studenten, familieleden, en eigenlijk iedereen die poëzie niet begrijpt. Dat vind ik enorm jammer en vervelend, en dat haalt het boekje onderuit.
Tja, nu je het zo op een rijtje zet…. we hebben dit boek duidelijk anders ervaren op sommige punten.
Ik vond ‘Zo word je een geweldige dichter’ een fijn boek. Ondanks de verschillende meningen over ‘Olijven moet je leren lezen’ blijf ik er erg nieuwsgierig naar!