Auteur: Thomas Möhlmann
Titel: Waar we wonen
Genre: Literatuur, gedichten
Taal: Nederlands
Jaar: 2013
ISBN: 9789044625189
Aantal bladzijden: 70
Gelezen: 4 – 7 december
♥♥♥♥♥
Achterkanttekst:
In zijn derde dichtbundel herneemt Thomas Móhlmann het perspectief van zijn eerdere bundels, door ditmaal de ruimte die wij innemen te verbeelden. Möhlmann laat de lezer verdwalen in taal én betekenis, een kunst die velen roemen in zijn poëzie. Naadloos laat hij gedichten en thema’s elkaar opvolgen, om zijn rode draad soms weer net zo gemakkelijk te doorbreken. Een bijna lyrische liefde voor een herkenbare jij-figuur overkoepelt het geheel en keert steeds weer terug. Waar we wonen biedt klinkende gedichten zonder opsmuk, voor iedereen een verstaanbaar en toch uitdagend en verraderlijk op elke pagina.
Review:
Ik ben van gedichten gaan leren houden. Voorheen las ik alleen romans en literatuur. Korte verhalen of juist hele dikke boeken, maar over gedichten wist ik niet veel. Ik wilde al langere tijd mezelf gaan wagen aan poëzie, maar waar moet je dan beginnen?
In het eerste blok van mijn eerste jaar literatuurwetenschap, kreeg ik poëzieanalyse. Geweldig! Ik had eindelijk een beginnetje waar ik naar kon kijken, en ik was ook heel erg blij toen ik zag dat ik een dichtbundel aan kon vragen voor de leesclub een perfecte dag voor literatuur, waarvoor ik nu dit review schrijf.
Maar hoe schrijf je een review van een dichtbundel? Natuurlijk, je kunt zeggen dat het mooie gedichten zijn, of juist niet, maar verder wordt het lastig. Ik heb besloten kort te schrijven wat ik van de dichtbundel in zijn algemene vorm vind, en welke gedichten ik eruit het mooist vind. Ik zoom dan dieper in op één enkel gedicht om deze te gaan interpreteren; iets wat ik erg leuk vind om te doen, en wat ik dan ook niet kan laten bij deze bundel. Omdat het wel een hele lange post wordt als ik alle gedichten en de hele bundel ga interpreten, kijk ik naar één gedicht.
Over de bundel
Wauw. In één woord: Wauw. Hoe hier met de taal gespeeld wordt, het is echt prachtig. De gedichten lijken allemaal heel anders, en toch lijken ze ook erg op elkaar. Dat klinkt nogal vaag, en ik kan het ook niet echt uitleggen. Het is echt een meesterwerk en ik ben heel blij dat ik dit heb mogen lezen en recenseren.
Alleen de titel van de dichtbundel op zelf is al poëtisch. Waar we wonen vind ik een mooie alliteratie en roept voor mijn het beeld op van waar iemand thuis hoort. Thuis. Waar wonen we. De eerste gedachte is misschien een huis, of een woonplaats. ik zeg dat het ook op mensen kan slaan. Waar hoor ik thuis, bij wie? Waar voel ik me veilig?
De dichtbundel bestaat uit enkele delen, namelijk: hiervandaan, achter de wolken, onder mijn voeten, tussen alle geluiden, en hier.
Interpretatie
Hiervandaan klinkt als weg gaan, ergens van weg gaan. Tegelijkertijd kan het ook juist betekenen dat je ergens bent en dat je vanuit daar iets doet of iets schrijft. In dit deel vind ik vooral nummer 2 van de afspraak erg mooi. De afspraak bestaat uit 4 gedichten, achter elkaar te lezen, maar zeker ook afzonderlijk. In nummer 2 wordt duidelijk dat we maar kort leven; nog een uur en twee blokken hout, voor het donker wordt. De blokken hout kunnen worden gebruikt voor het vuur, het vuur zorgt voor het licht. Het levenslicht en ook het vuur staan voor het leven. (Overigens vind ik dit heel erg leuk, want dat het vuur het leven is, heeft te maken met de Prometheus mythe, waarin Prometheus het vuur van de goden stal, het vuur dat werd gebruikt om te scheppen, voor verbeeldingskracht dat nu naar de mensen werd gebracht. Voor het leven. Ik vind dit heel erg leuk omdat deze bundel van uitgeverij Prometheus is.)
Nog twee blokken hout voor het leven voorbij is.
De huiden zoeken en een bootje van twee mensen worden, klinkt een beetje vaag. De huiden zoeken kan worden gezien als warmte, dierenhuiden die je warm kunnen houden.
Het bootje van twee mensen is ook om warm te blijven. Vervolgens is de rest van de tweede strofe één lange, prachtige zin. Om in hetzelfde schuitje, de bekende uitdrukking. Zo lang het donker duurt, zo lang een leven duurt, zo lang het duurt je een leven delen kan.
Ik denk dat ik het begrijp, en het is heel anders dan ik in eerste instantie dacht. Het donker wordt vergeleken met het leven, en in het leven hoor je iemand te zoeken die in het zelfde schuitje, het schuitje van het leven, zit. Dit klinkt als iets negatiefs, en vaak wordt juist het leven met het licht aangegeven, zoals ik net al zei, terwijl hier juist het leven iets donkers is. Wel wordt er gezegd; we leven maar zo kort, voor het donker wordt, in de eerste strofe.
Ik lees in dit gedicht iets sombers. Het leven is donker en koud. Als je gezelschap zoekt, iemand om je warm te houden, kan dit voor een klein beetje licht zorgen. Maar het leven is nog steeds donker. Het bootje kan refereren aan de dood. We leven kort en vervolgens gaan we dood. Is dit dan het licht? Gaan we via het bootje de onderwereld tegemoet, en zal dit voor het licht en de warmte zorgen?
Zo lang we leven, moeten we gezelschap zoeken, warmte zoeken met iemand die in hetzelfde schuitje zit. Aan het einde word je van elkaar gescheiden. Misschien heb je elkaar niet meer nodig. Maar in het leven nog wel. Zo lang je je leven nog kan delen, wanneer je nog leeft. Zolang het vuur nog brandt.
Als ik nu ga kijken naar de titel, waar we wonen, kan dit overeenkomen met wat ik eerder zei. Waar je je thuis voelt, en bij wie. Dat komt hier mooi naar voren, zo lang we leven, behoren we bij iemand te zijn bij wie we ons thuis voelen. ‘Hiervandaan’ als eerste deel vind ik ook goed passen. Vanaf het leven, wat we doen en met wie we zijn in het leven, en wat er na komt. De afspraak kan dulden op een soort verbintenis, dat ze altijd bij elkaar zullen blijven, ‘tot de dood hen scheidt’.
Verder, de andere gedichten. Het volgende deel heet ‘achter de wolken’. Het idee dat ik krijg van de gedichten in dit gedeelte zijn van iemand die vertrekt. Het lijkt als wegvliegen, weg vliegen van het thuis. Wat ik een mooie tekst vind in dit gedeelte, is in het gedicht ‘haven’, wat eindigt met
‘trek jij daar boven in het donker
achter de wolken, over de wolken
in een lichte stip aan mij voorbij.’
Dit kan inderdaad betekenen weg vliegen. Maar aangezien de trant van de interpretatie van het andere gedicht dat ik zojuist gaf, lijkt het eerder op heengaan. Een eeuwig vertrekken en niet meer terugkomen.
Overige gedichten die ik ook erg mooi vond (misschien nog goed voor een latere interpretatie), zijn ‘Hij is de man’ en ook het gedicht er na, over een veel te grote vogel in een veel te kleine kooi vind ik prachtig. Het symboliseert dat de wereld te klein is, en dat we eigenlijk meer ruimte zouden moeten krijgen. Pas als we worden bevrijd van deze te kleine kooi, kunnen we eindelijk vrij zijn.
Ik dank uitgeverij Prometheus en de leesclub een perfecte dag voor literatuur voor dit exemplaar.
Lees ook de andere recensies van deze bundel, op http://www.notjustanybook.nl/2013/12/waar-we-wonen-thomas-mohlmann/
Van Stralen zou trots zijn.
Klinkt als een erg goede bundel; de titel alleen al spreekt me erg aan. Ik moet zeggen dat sinds Close Reading ik poëzie ook meer kan waarderen. Misschien moet ik deze bundel ook maar eens opzoeken!
Ik zeg doen: Het is een hele goede bundel! Close Reading heeft inderdaad erg geholpen met poëzie 🙂
Goeie analyse! Hoezo erg aandachtig gelezen 😉
En je kunt helemaal voelen hoe je van de gedichten hebt genoten. Het is dan ook een geweldige dichtbundel waar echte alle gedichten je op een of andere vreemde manier weten te raken. Om nog heel vaak overnieuw te lezen.
Haha dankjewel! De gedichten waren ook echt geweldig, moet ik zeggen! Hij krijg een speciaal plekje in mijn boekenkast 🙂